Webinar werkgeverszaken: samen werken na corona

‘Samen werken na corona’: het thema van het zesde Schouder aan Schouder-webinar op maandag 28 juni. Het webinar stond deze keer geheel in het teken van werkgeverszaken. Te gast waren verschillende museumprofessionals en docent-onderzoeker HR-management Kilian Wawoe.

Waar moeten we rekening mee houden nu we (langzaam) weer naar kantoor gaan? Blijven we thuiswerken, gaan we naar een hybridevorm of toch weer helemaal terug naar kantoor? Docent-onderzoeker Wawoe opende het webinar met een lezing waarin hij toelicht dat mensen drie basisbehoeften hebben als het aankomt op werk: behoefte aan groei, autonomie én mensen willen zich verbonden voelen met de organisatie en de mensen die er werken. Wawoe: “Het is een mensenrecht om verbonden te zijn met anderen.” Hoewel al voor de coronapandemie bekend was dat deze drie elementen bij veel organisaties onder druk stonden, is het er door de coronacrisis niet beter op geworden.

Een kudde olifanten

Wawoe vertelt dat medewerkers gedreven worden door de behoefte aan groei. Het contact met elkaar is daar ook op gericht. Hij legt uit dat het vooral de jongere collega’s met weinig werkervaring zijn die thuis vaak geen goede werkplek hebben en die er behoefte aan hebben om op kantoor te zijn. De wat oudere collega’s met meer werkervaring, zoals hij zelf, vinden het vaak prima om thuis te werken. Hij benadrukte dat hij het jong-oud onderscheid maakt vanwege het feit dat oudere medewerkers veelal hun netwerk en ervaring op zak hebben en jongere medewerkers dat nog graag willen opbouwen waardoor ze meer behoefte hebben aan verbinding. Hij vergeleek het met een kudde olifanten “Op het moment dat je lid bent van de kudde moet je er voor de kudde zijn.”

Werk is een collectief

In plaats van thuiswerken, heeft Wawoe het overigens liever over ‘op afstand werken’. “Kennis overdragen en verbinden doe je op kantoor, niet thuis. Op het moment dat we elkaar nodig hebben, moeten we er voor elkaar zijn. Werken na corona gaat niet om het aantal dagen op kantoor, maar om de kwaliteit van het contact tussen collega’s. Er moet tijd zijn om elkaar te coachen, een netwerk op te bouwen en onderdeel te zijn van een collectief. Als iemand in de groep behoefte heeft aan contact moet je dat op de een of andere manier zien te organiseren. Werk is een collectief.” Hij benadrukte nogmaals dat het belang van de mensen die graag op kantoor werken, voorgaat op het belang van die mensen die liever thuiswerken.

‘Het op afstand werken blijft’

Na het eerste gesprek schoven HR-professional Van Gogh Museum Hilde Verheul en registrar Mauritshuis Faye Cliné aan tafel aan. Hilde vertelde dat het contact via Teams voor veel collega’s bij het Van Gogh Museum al snel fantastisch bleek te werken. Wel was het voor de mensen die normaal op de vloer werken lastiger ‘thuiswerken’. Verheul: “We zijn daarom een Klusjesmarkt gestart, waar collega’s taken konden plaatsen. Ook zijn we Inspiratiesnacks gaan houden, waarin iemand uit het museum over zijn of haar werk vertelde. Dit heeft enorm geholpen om de moed erin te houden en hier gaan we absoluut mee door.” Verheul vertelde dat ze bij haar museum voortdurend geprobeerd hebben om met elkaar in verbinding te blijven. “Hoewel we nu weer gefaseerd naar kantoor mogen, gaat het op afstand werken of hybride werken niet meer weg.” Registrar Mauritshuis Faye Cliné schakelde samen met de Nederlandse Registrars Groep (NRG) om het bruikleenverkeer op gang te houden over naar virtueel koerieren. Cliné: “Normaal reist er altijd iemand mee met een bruikleen, maar dat was nu niet mogelijk. Om toch op afstand mee te kijken hebben we veel contact via Teams gehad met buitenlandse collega’s. Hoewel het goed is gegaan is het als het om bruikleenverkeer gaat beter om elkaar ook fysiek te ontmoeten.” Alleen zo houd je de relatie met musea volgens haar onderling goed. “Wel gaan we kijken of het nodig is om er steeds met het vliegtuig heen te gaan.”

Kijken wat iedereen nodig heeft

Het volgende tafelgesprek was gericht op het thema opleiden en ontwikkelen. Zakelijk directeur Stedelijk Museum Breda Marilyn Jongenelen en directeur Veluws Museum Hagedoorns Plaatse Patrick Reeuwijk gingen in op de vraag: hoe krijg je (opnieuw) je medewerkers en vrijwilligers gezond, gemotiveerd en productief aan het werk? Jongenelen: “Tegenwoordig zie je dat medewerkers goed weten wat ze willen en hoe ze hun persoonlijke en professionele ontwikkeling zien. Ik denk dat je daar als directie actief mee aan de slag moet. Je personeel is je kapitaal. Wij gaan deze zomerperiode gebruiken om te inventariseren wat iedereen nodig heeft en hoe wij daarin kunnen faciliteren.” Reeuwijk heeft drie vaste medewerkers en tachtig vrijwilligers. Hij geeft aan dat het groepsgevoel voor vrijwilligers heel belangrijk is. Reeuwijk: “Mensen voelen zich thuis in ons museum en vinden het fijn om elkaar te ontmoeten. Corona heeft ervoor gezorgd dat er een stuk minder dynamiek was in het museum.” Als gouden tip sluit hij zich bij Marilyn aan en gaat hij individueel met de verschillende vrijwilligers contact houden.

Talentmanagement

De laatste gespreksronde stond in het teken van talentmanagement. Aan tafel schoven Davida de Hond en Elise Breukers. De Hond won in 2018 de Museumtalentprijs van het jaar voor haar werk als programmamaker bij CODA Apeldoorn. De Hond benadrukte dat ze het belangrijk vindt dat ze de kansen heeft gekregen, die ze heeft gehad. Als jonge mensen haar iets vragen zal zij daar ook altijd tijd voor maken. Breukers, die begon als conservator in opleiding bij het Centraal Museum, kwam er al snel achter dat ze praktischer ingesteld is. Ze had het geluk dat ze snel door kon groeien tot junior-projectcoördinator, waardoor ze geleerd heeft om zelf tentoonstellingen te maken en te begeleiden. Dit gaf haar zelfvertrouwen om te solliciteren bij Eye Filmmuseum, waar zij nu fulltime werkzaam is als Projectmanager Tentoonstellingen.

Vitale sector

Directeur Museumvereniging a.i. Jan van Kooten sloot het voorlopig laatste webinar af. Hij was onder de indruk van de middag én van de sector. Van Kooten: “Het is een enorm vitale branche. Als brancheorganisatie komen we op voor de belangen van onze leden, dit betekent ook afspraken maken over de cao met de vakbeweging. Dit is een ingewikkeld traject. Ook gaan we het functiehandboek vernieuwen. Een mooie gelegenheid om de breedte van de museale wereld onder de aandacht te brengen.”

Ondanks de coronaversoepelingen komen we dankzij het grote succes van de webinars na de zomer terug met nieuwe Schouder aan schouder-webinars.